Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Oudegracht 16   te Utrecht

Kort na 1400 is Oudegracht 16 gebouwd tegen de zijgevel van het 14e-eeuwse linker buurpand. Met twee bouwlagen op een tongewelfde kelder (waarop de werfkelder aansluit) en een zadeldak past dit diepe huis goed in de reeks panden, zoals we die al op eeuwenoude tekeningen achter de Weerdpoort langs de gracht zien staan. Dankzij een zorgvuldige restauratie is de middeleeuwse achtergevel, een trapgevel met ezelsrug-treden, behouden gebleven.
In de 17e eeuw werd het pand grondig verbouwd, vermoedelijk werd toen een houten voorgevel vervangen door een trapgevel op houten pui; de huisnamen 'de Helm' en 'de Cath' zijn van uithangborden bekend. Uit deze tijd stammen ook de muurankers, die nu op de 19e-eeuwse pleisterlaag te zien zijn. De huidige verschijningsvorm, namelijk als lijstgevel, verraadt de oudere gevel niet alleen doordat de nok boven de kroonlijst uitpiept, ook doordat de derde bouwlaag van de gevel maar één venster heeft: het zoldervenster. Op de zolder staan nog de middeleeuwse spanten van de oude kap. Dat is opmerkelijk omdat ze staan op een in de 17e eeuw grotendeels vernieuwde balklaag. Toch schuilt er een nòg ouder verhaal in al dat eikenhout: de krommers van de kap komen uit een ouder huis en zijn hier opnieuw gebruikt. Ook een onderdeel van een vakwerkbouw zit in de kap.
Oorspronkelijk had het huis geen opkamer. Die werd bij de 17e-eeuwse verbouwing ingebracht en hiervoor verdween het achterste deel van het tongewelf van de kelder. In 1921 verdwenen deze niveauverschillen weer.

Tekst: Jean Penders (10-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders